>"/>
Gamen, het is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Dit betekent dus ook dat onze leerlingen games spelen. Op zich geen probleem natuurlijk, gamen heeft vele positieve kanten. Echter zijn er ook risico’s verbonden aan gamen, vooral als de balans kwijt is. Hoe gaan we hier mee om, en wat als we denken dat er meer aan de hand is met een leerling
Gamen wordt steeds toegankelijker door ontwikkelingen en sneller wordend internet. Er zijn wel degelijk positieve ontwikkelingen, maar er zijn ook zorgen. Niet iedereen kan goed met het gamen omgaan. Onderzoek uit 2014 laat zien dat 38% van de jongeren tussen 10 en 16 jaar minstens drie uur per dag gamet. Één op de tien jongeren tussen 13 en 15 jaar voldoet aan de kenmerken van een gameverslaving. Deze cijfers laten zien dat gamen, maar ook de problemen die er mee gepaard gaan, steeds groter worden.
In deze workshop zal het gamegedrag worden toegelicht. Op het gebied van games lijkt het of er een kenniskloof is ontstaan. Ouders en (onderwijs) professionals weten vaak te weinig van het onderwerp af, met het resultaat dat er niet adequaat gehandeld kan worden. Verder valt het negatief er tegen het fenomeen gamen wordt aangekeken, is dit terecht? Al op jonge leeftijd lijken kinderen vaak meer verstand van gamen te hebben dan hun opvoeders. Op school worden vaak de eerste signalen herkend van problematisch gamegedrag, maar hoe gaan we hier mee om
Hoe gaan de verschillende leeftijdsgroepen om met games? Wat spreekt ze aan? Wat zijn de valkuilen? En waarom gamen ze zoveel? En welke signalen zien we als onderwijs professionals en hoe gaan we hiermee om?
Na het volgend van de deze training:
Kent/weet de deelnemer:
Kan de deelnemer:
Heeft de deelnemer:
Per bijeenkomst 2 dagdelen (2 x 3 uur of 1 x 6 uur).
Het inbrengen van eigen praktijk voorbeelden wordt gewaardeerd!